Schrijfster en verhalen vertelster Irene Bruyninckx met “Een Allerzielen verhaal”

De schippersvrouw legt een mooi stuk op het graf van haar moeder. Het is immers Allerzielen. Een mooie dag om de overledenen te herdenken. Zeker nu mama nog maar zo kort geleden gestorven is. De vrouw vindt dat er zo weinig mogelijk van haar overleden moeder verspild mag worden en daarom doet het haar deugd dat alle nazaten iets meeslepen.

Het gaat niet direct om de waarde van die spullen. Natuurlijk niet, want het is allemaal oud. Nee, het gaat de schippersvrouw vooral om het feit dat dit alles van haar moeder was!

De handdoeken aan boord beginnen te verslijten en de keukendoeken zijn door de vuile handen van de schipper niet meer schoon te krijgen. Het ziet er niet uit. Bah. Dus duikt de schippersvrouw in de gangkast van het huis van haar moeder om tussen het linnengoed te neuzen.

Ze vindt er een grote voorraad en omdat er verder niemand belangstelling voor heeft stopt ze alles in een grote zak en neemt het mee naar boord. Wat ze in ‘s hemelsnaam met al die oude troep moet straks? Daar denkt ze maar liever even niet over na. Als het nu maar niet weggegooid gaat worden. Aan boord gaat ze er op haar gemak mee in de stuurhut zitten en ontdekt handdoeken die haar bekend voorkomen, maar die ze bij haar moeder toch al jaren niet meer gezien heeft. Die werden blijkbaar nooit meer gebruikt nadat ze nieuwere en mooiere had gekocht.

Een paar gestreepte komen haar bekend voor. Waar ze haar aan doen denken, weet ze zo gauw niet maar als ze er eentje goed bekijkt, vindt ze er een rood ingenaaid nummertje in: 15. En daaronder is met rode draad een streep genaaid. Vijftien-streep!

En dan weet ze waar die herinnering vandaan komt. Van het pensionaat waar ze jaren was!

Zelf had de schippersvrouw nummer vijftien. De jongere zusjes kregen met rood garen een streep onder het nummer, want dat was handig als er iets af gedragen moest worden wat van de oudste geweest was. Daarom had zij nummer vijftien gehad en haar jongere zusje vijftien-streep. Die streep had mama er onder genaaid.

Met die handdoek en dat nummertje mijmert de schippersvrouw over vroeger. Mama had vaak gezegd dat op het pensionaat alleen het beste van het beste goed genoeg was voor haar kinderen en meestal hadden ze daar om gelachen. Ja mama, die wist het mooi te vertellen allemaal over vroeger. Maar het lijkt wel of ze haar moeder nu pas echt aan voelt, want de handdoeken zijn nog heel goed in orde! Sommigen uit die serie wat verbleekt, maar lang niet allemaal. Het wegbrengen naar het pensionaat was nu eenmaal onvermijdelijk en niet leuk, maar ze had hen wel wat goeds mee willen geven. Laatst had een nichtje gestreepte wollen dekens van vroeger meegenomen en ook die kwaliteit was nog heel goed.

“Mama, je hebt gelijk. Je hebt inderdaad een hele goede kwaliteit gekocht”, zegt de schippersvrouw hardop, want opeens lijkt het haar heel belangrijk dat haar moeder dit alsnog te horen krijgt en ze kijkt naar boven. Naar de wolken.

Want het is net of ze na al die tientallen jaren pas echt begrijpt met hoeveel liefde haar moeder alles aangeschaft had, wat haar beide kinderen nodig hadden.

Voor zichzelf was ze tevreden geweest met wat gewoons. Maar haar kinderen op dat pensionaat moesten niet voor een ander onderdoen. Daar was alleen maar het beste van het beste goed genoeg voor geweest.

Ze hoopt dat die gedachte niet te laat is en alsnog bij haar moeder terecht komt. En ze beseft hoe weinig je eigenlijk van je eigen ouders weet en echt begrijpt.

En ze vouwt de handdoek met het nummertje op en legt hem als een kostbare herinnering in haar eigen kast!

Dit bericht delen:
Scroll naar boven