Column Sabina van Cruchten – Huyskens “Vroege Vogels”

Een vroege zondagmorgen. Ik ben op weg naar de sportschool, want ik moet er ook aan geloven. Regelmatig actief bezig zijn is goed voor lichaam en geest. Ik dwing mijzelf ertoe om minimaal twee keer per week cardio oefeningen te doen. Mijn doel is echter drie keer te gaan, en tot op heden lukt dat aardig. Ik werk ook aan mijn conditie, ik ga namelijk altijd op de fiets. Zo’n vroeg fietstochtje is aan te raden, de frisse lucht doet goed en zelfs regen, wind en kou kunnen mij niet deren. Ik ga immers sporten, en niet opgedirkt op de koffie bij deze of gene. Waarom ik altijd zo vroeg op pad ben? Omdat ik anders word afgeleid door de reguliere dingen van de dag, resultaat? Ik kom niet meer aan sporten toe.

Zo ook deze zondag morgen. Maar vandaag hangt iets in de lucht. De herfst heeft zijn intrede gedaan. Het is koud voor de tijd van het jaar. Helder weer, met in de lucht een prachtige rode gloed. Het groen in de bomen is langzaam aan het verdwijnen en maakt plaats voor prachtige gele en rode tinten. Een waterig zonnetje probeert door te breken, en de bladeren vallen.

Iets drukker is het in de sportschool. Inmiddels ben ik er achter dat er behoorlijk wat sportieve vroege vogels zijn. Toch is het minder druk dan anders. De nieuwe maatregelen misschien?
Net als een paar mede (lot) genoten, sta ik te trekken en te duwen aan de apparaten. Tijdens deze “krachtinspanning” nemen mijn gedachten de vrije loop.

Herfst alweer. Ik ben een herfst kind, eind september geboren, net over het randje van de zomer, maar op de een of andere manier heb ik een haat-liefde verhouding met dit seizoen. Het prachtige kleurenpallet in de najaarszon maakt mij blij, alsof de warmte van de zon nog even knipoogt naar de zomer. Maar die najaarsstormen, die regen en die korte dagen kunnen mij ook een somber gevoel geven. Zij kondigen de winter aan, en daarmee het einde van alwéér een jaar.

Ik vraag me af waar dit jaar weer “gebleven is”. Het jaar 2020 dat voor velen zo veel belovend begon, maar al snel een andere wending nam.

De loopband piept, ik ben uit gesport, mijn programma heb ik afgewerkt.

Ik stap op mijn fiets en dan is daar weer die serene rust van die vroege zondagochtend. Deze zelfde sereniteit voelde ik ook in maart. Tijdens die (eerste) “intelligente lockdown”. Nederland was in shock, maar solidair. Het voorjaar deed zijn intrede, en wat deden wij het goed! Allemaal samen, zeventien miljoen mensen gingen de strijd aan met het virus. En dat lukte!
En het werd zomer en we mochten weer. Natuurlijk op gepaste afstand en met hier en daar wat restricties. De horeca, het theater en het pretpark gingen open. De stranden lagen vol, het weer werkte mee, en het zou allemaal goed komen. Nederland ging los!

En nu? Nu is het herfst, een tweede “gedeeltelijke” lockdown is een feit. De berichtgeving en uitingen op social media hebben een andere toon gekregen. Frustratie en ergernis hebben inmiddels de overhand. Daar waar de een zich ergert omdat de ander de regels niet naleeft, stoort de ander zich omdat hij niet mag doen wat hij graag wil.

Waar is nu onze samenhorigheid?

De laatste paar meter op de fiets. Inmiddels is het gaan regenen, de wind is toegenomen, het is grijs en nog meer bladeren vallen. Tja, nu is het echt herfst!

Zijn we té vroeg, té optimistisch geweest? Of is dit gewoon een teken, dat we er ook nu weer samen voor moeten zorgen dat het geen lange winter wordt!

 

Dit bericht delen:
Scroll naar boven